Cavia's; voedsel of huisdier?
Op kleinschalige boerderijen in Zuid-Amerika was ik het afgelopen jaar op zoek naar antwoorden. Ik wilde leren over de manier van boeren, hoe ze daar leven en wat het voor mij betekent. Simpele dingen.
Bijvoorbeeld van Daniel, een warmhartige Argentijnse boer die mij verwelkomd heeft in zijn huis en op zijn land. Hij nipt aan zijn maté thee en benoemt de verschillende soorten planten die om ons heen staan op zijn boerderij. Suikerstokken, hibiscus planten en ook papaja bomen. De honden rennen om ons heen en lijken te jagen. "Ze zijn op zoek naar wilde cavia's", vertelt Daniel mij. Ik kan de honden niks kwalijk nemen, tijdens de Corpus Christi feesten in Peru heb ik zelf ook cavia gegeten. "Veni ahi!", roept Daniel, de honden kijken even op, contempleren één moment of ze gaan luisteren en rennen vervolgens verder tussen de verdorde maisplanten door. Argentinië ervaart een van de ergste periodes van droogte ooit en Daniel heeft geen geld voor irrigatie. We lopen verder naar zijn meest waardevolle gewassen en belanden in een veld vol met rijen kruidachtige planten die er een stuk beter bij staan. Hij maakt oliën en andere plantaardige producten die in een winkel liggen in Buenos Aires. De kruiden herinneren mij aan mijn eigen moestuin.
De dag dat de lokale gemeenschap op bezoek kwam om het nieuwe gereedschap te bekijken
Daniel is zich niet bewust van belangrijke thema's voor boeren in Nederland. Verduurzaming is hier niet aan de orde, de planten op zijn boerderij stoppen meer koolstof in de grond dan dat zijn generator en kleine bezorgbusje uitstoten. Chemicaliën aan de bodem toevoegen heeft hij nog nooit gedaan, dus een transitie in de manier van productie is niet nodig. En alhoewel er wel een krapte op de arbeidsmarkt is, wordt dat niet zo ervaren, hij doet wat hij kan in zijn eentje en waar hij niet aan toekomt, doet hij de volgende dag.
Samen zijn
Maar echt alleen is Daniel niet. Hij leeft in een hechte gemeenschap in Misiones van mensen die elkaar ondersteunen waar nodig. Maria en haar dochter komen af en toe langs om een paar uur te schoffelen in de moestuin. Tijdens de siësta zitten we om de tafel en passen we de kalebas rond waaruit we maté thee drinken. Daniel en Christian hebben met ondersteuning van de overheid gereedschappen en machines gekocht voor de gemeenschap. Ze plannen een evenement waarbij de boeren uit de regio wordt geleerd hoe het nieuwe spul te gebruiken. Maria leert mij hoe ik empanadas maak en 's avonds maak ik pizza voor iedereen. "Espectacular!", roept Christian, hij rolt zijn r.
In deze kleine gemeenschap draagt iedereen bij wat ze kunnen en dat voelt goed, dit is misschien wel hoe het hoort als mens. De kracht van de mens ligt hem in het samenwerken met anderen. Neem nu onze voorouders, de jagers-verzamelaars en de eerste boeren. In deze samenlevingen speelde iedereen een rol en droeg iedereen zichtbaar iets bij aan de groep. We kenden en leunden op elkaar, en hadden een duidelijk doel in het leven. Tuurlijk was het leven niet alleen maar regenbogen en zonneschijn, veel van onze voorouders stierven vroegtijdig als gevolg van ziektes, ongelukken, predatoren of juist de mensen uit hun eigen samenleving. Dit soort problemen hebben we grotendeels opgelost, maar wat heeft het ons gekost? Onze samenleving is volledig gesegmenteerd en velen van ons missen de connectie met een hechte gemeenschap en de natuur.
's Nachts lig ik in bed ingepakt als een mummie en probeer ik in slaap te komen, terwijl een horde van muggen verward rond mijn hoofd vliegen. De chemische rook van het spiraaltje cirkelt door de lucht. Buiten staan de citronella planten. Het is stervensheet en ik heb geen ventilator. De keuze tussen oververhit raken onder het laken of kapot gestoken worden bovenop de lakens is een moeilijke. Slapen gaat moeilijk en de gedachten spoken door mijn hoofd.
Ouwe Hollander
De moestuin van Daniel maakt mij gillend gek. De sla, uien, bloemkool en andere planten staan in de bloei en de courgetten zijn zo groot als honkbalknuppels. Niemand weet wat waar geplant is en in welke fase de planten zijn. We hebben geen planning of overzicht van de taken die we moeten voltooien. Het is een zooitje ongeregeld en ik zie ons harde werk voor mijn ogen verbloeien.
Past deze manier van leven en werken bij mij? Ik ben en blijf een Nederlander, hoe langer ik in het buitenland ben hoe duidelijker dat wordt. Alhoewel ik geniet van culturele ervaringen en lessen mee neem naar huis, zit er gewoon iets in mij waar ik niet omheen kan. Zo ook een focus op resultaten en drang naar efficiëntie, ik wil immers niet dat mijn harde werken in de moestuin voor niets is. In Nederland zijn we heel goed met het inrichten van dit soort zaken. We nemen de complexiteit weg en versimpelen, en winnen hiermee veel tijd en geld. Maar goed, zijn dit oplossingen of alleen maar de beginsels van meer problemen?
De kern van het boerenlandschap, en naar mijn inzien het probleem, is de monocultuur. In natuurlijke ecosystemen heeft ieder plantje of diertje een rol. Bloemen trekken de bestuivers aan, kruiden weren de plagen, het groen zet zonlicht en CO₂ om in organische stof, dieren grazen en bemesten de grond wat vervolgens gecomposteerd wordt door de bacteriën, schimmels en bodemorganismen in de grond. In de monocultuur nemen we één soort en emuleren we de functies van het bos met onze machines en chemicaliën. En wat nu als je niet meer mag spuiten of bemesten? Werkt het dan nog? Er zijn genoeg slimme mensen op zoek naar natuurlijke oplossingen voor de problemen die onze boeren ervaren, maar is er wel een natuurlijke oplossing voor een onnatuurlijke manier van boeren?
Permanente agricultuur
Een alternatieve manier van boeren is ontstaan als antwoord op de problemen met de monocultuur, de permacultuur. Boerderijen die permacultuur toepassen proberen een ecosysteem na te bootsen. Verschillende soorten meerjarige planten en bomen (lees: polycultuur) staan allemaal door elkaar in een gebalanceerd ontwerp dat zorgvuldig wordt gemaakt en bijgehouden. Wat de ene plant nodig heeft stopt de andere in de grond en vice versa. En natuurlijk spelen dieren in zo'n ontwerp ook een cruciale rol. De complexiteit is hoog en of het schaalbaar of economisch haalbaar is, is nog de vraag. Maar toch zijn er al pioniers die hier mee werken, ook in Nederland.
Zoals voedselbos Ketelbroek, dat een kale mais-akker heeft omgetoverd tot een waar paradijs waar met minimale inspanning honderden exotische soorten worden geteeld. Herenboerderijen telen op een regeneratieve manier groente, fruit, eieren en vlees met ondersteuning van burgers die mede-eigenaar zijn van het coöperatief. Dan heb je nog streekboerderijen die op een natuurinclusieve manier telen en producten leveren aan hun directe omgeving, vaak op basis van subscriptie modellen. Allemaal ondersteund door groene fondsen, bevlogen burgers en gepassioneerde ondernemers.
Waar dit soort boerderijen inleveren op efficiëntie en winstgevendheid winnen zij op kwaliteit en beleving. Dit wordt ook opgemerkt door Nederlandse topchefs. Zij kiezen voor dit soort boeren voor de hoge diversiteit aan producten, de kortere lijntjes die het oogsten op het optimale punt mogelijk maken, en natuurlijk het verhaal achter de producten – wat in top restaurants bijna net zo belangrijk is als de kwaliteit. Ook is het effect van het terroir interessant, een concept dat uitgaat van het idee dat de kwaliteiten en karakteristieken van producten het gevolg zijn van de omgeving en aarde waarin ze groeien. Niet alle producten zijn gelijk geschapen.
Citronella olie maken
De winst
Voordat ik de boerderij van Daniel verlaat wil hij mij nog één ding laten zien, hoe hij zijn olies maakt. We oogsten bossen met citronellabladen en leggen het onder het hutje buiten. Hier staat een grote stalen tank met een wirwar van buizen boven op een stapel bakstenen waaronder ik een vuurtje aansteek. Naast het hutje staat een platform met daarop een tank gevuld met water. Het water uit de tank gebruiken wij om de citronella te stomen en distilleren. Ik vergeet de kraan dicht te draaien en de tank overstroomt, ik verpest bijna alles. Over een periode van 12 uur monitort Daniel het proces. Hij voegt water toe aan de distilleertank en hout aan het vuur wanneer nodig terwijl hij een boekje leest. Af en toe breng ik hem wat te eten of heet water voor zijn maté. Het resultaat is een gestage stroom van citronella-olie dat uit het tuutje druppelt in de gerecyclede flessen. Dit is het echte spul, vertelt Daniel mij, geen namaak en klanten betalen hier goed geld voor.
Het is geen makkelijk leven, maar in zekere mate kunnen we allemaal wat van Daniel leren. Mijn lessen: zoek de connectie op met het land. Koop lokaal en stem met je euro's. Groei je eigen eten en maak je eigen producten waar mogelijk. Zelfs in je appartement kan je genoeg sla groeien om de hele zomer mee door te kunnen. Het is goed voor jezelf en jouw omgeving. En wat moet je nu met je cavia? Laat die maar lekker in zijn kooi, die beesten zijn niet te vreten.
Dit artikel is gepubliceerd in Biojournaal