Experimenteren met de bijstand
De afgelopen week verschenen er cijfers over het aantal bijstandsgerechtigden. Het beeld is niet rooskleurig: het aantal mensen in de bijstand neemt sinds 2009 toe en de samenstelling verandert ook: het aandeel 45-plussers en het aandeel mensen dat langdurig in de bijstand zit neemt toe. Bijna de helft van alle bijstandsgerechtigden (49 procent) zit drie jaar of langer in de bijstand; een op de zes is ten minste negen jaar afhankelijk van bijstand. En er is – niet heel verbazingwekkend - sprake van samenloop: mensen die lang in de bijstand zitten zijn vaak ook oud.
De ontwikkeling van deze cijfers is zorgelijk omdat ze laat zien dat de arbeidsmarkt voor ouderen in Nederland slecht werkt. De OESO heeft in 2014 onderzoek gedaan naar de arbeidsmarkt voor ouderen. De conclusie: Nederland doet het niet eens heel slecht maar het kan beter door meer baanspecifieke scholing, modernisering van het ontslagrecht en het aanpassen van loonprofielen aan de productiviteit. In gewone mensentaal: als ouderen minder productief zijn, dan zou daar ook hun salaris op aangepast moeten worden. Echter de problematiek voor ouderen die al langer zonder werk zit is daarmee niet opgelost en ook de hardnekkigheid van de problematiek van mensen die lang in de bijstand zit blijft daarmee knellen. Kennelijk werkt de Participatiewet voor veel mensen best goed maar als je eenmaal wat langer zonder werk zit, dan nemen je kansen enorm af.
Vanuit dit perspectief hebben vier gemeenten Groningen, Utrecht, Tilburg en Wageningen het initiatief genomen om experimenten te starten met een andere invulling van de Participatiewet. (En in het kielzog van deze vier hebben andere gemeenten zoals Winterwijk en Zwolle zich ook gemeld bij het ministerie) De vraag die daarbij speelt: wat is het effect van het wegnemen van de arbeids- en reïntegratieplicht, het geven vertrouwen en wat is het effect van een benadering waarin mensen meer mogen houden van hun bijverdiensten.
Gaan kleine baantjes lonen en leidt dat tot meer participatie? Gaan mensen vanuit eigen verantwoordelijkheid en intrinsieke motivatie op een andere – effectievere – manier solliciteren dan wanneer ze alleen een stapeltje sollicitaties moeten laten zien? Leidt het wegnemen van de plichten tot meer initiatieven op het vlak van participatie, mantelzorg en vrijwilligerswerk? Het zijn boeiende vragen die in de experimenten spelen en waar de onderzoeken naar de effecten antwoorden op gaan geven.
Als projectleider voor het experiment in Wageningen ben ik er nauw bij betrokken. En betrokkenheid leidt tot enthousiasme. Immers de antwoorden op deze vragen zeggen veel over het gedrag van mensen in de bijstand en geeft inzicht in wat wel en niet werkt voor welke groep. Heel relevant denk ik. Nu met een arbeidsmarkt die nog steeds lastig toegankelijk is voor outsiders en waarin insiders (vaste baan, pensioen, ontslagbescherming) heel goed in het zadel zitten. En in de toekomst als we rekening moeten houden met een heel andere arbeidsmarkt waarin – niets is zeker – de vraag naar arbeid veel kleiner zal zijn en waarin grote groepen in het middensegment van de arbeidsmarkt wellicht veel minder nodig zijn dan nu.
De totstandkoming van de experimenten is spannend. In de gemeenten waarin het systeem gedeeltelijk op zijn kop gaat en alles anders moet worden bedacht en in het overleg met het Rijk over de Algemene Maatregel van Bestuur die de experimenten mogelijk moet maken. De gemeente hebben de plannen, het overleg met de staatssecretaris gaat stapje voor stapje de goede kant uit: ik heb er vertrouwen in dat de experimenten eraan komen.