Overslaan en naar de inhoud gaan
Artikel

Te veel samenwerking?

Rijnconsult is betrokken bij het vormen en versterken van vele samenwerkingsverbanden in de sectoren agrifood, zorg, gemeenten en Real Estate. Maar wanneer is samenwerking géén goed idee? En kan samenwerking ook doorslaan? Vier observaties op basis van onze ervaring.

Samenwerking als doel in plaats van als middel. Er zijn tal van voorbeelden van convenanten, clusters en akkoorden die met veel bombarie zijn ondertekend, maar waarvan het enige resultaat de foto van de ondertekening is. Met name wanneer het samenwerkingsverband an sich als vernieuwend wordt gezien, vloeit de energie na de ondertekening soms weg. Maak daarom voorafgaand aan de ondertekening concreet wat de partijen met elkaar willen bereiken. Bij échte samenwerking gaat het om de synergie: Het totaal moet meer zijn dan de som der delen (zie ook het verschil tussen ‘samen werken’ en ‘samenwerking’ in het artikel van Marcel Noordhuis) [1]. Als samenwerking niet nodig is om dat doel te bereiken, doe het dan niet.

Boter bij de vis. Niemand is tegen samenwerking. Maar het is makkelijker gezegd dan gedaan. Samenwerking heeft alleen zin als de ambities gepaard gaan met budget om de samenwerking te laten slagen. Dat budget kan verschillende doelen hebben. Bijvoorbeeld de gezamenlijke financiering van een onafhankelijke procesbegeleider of kartrekker. Of een investering in de opleiding van medewerkers, aangezien samenwerking voor veel organisaties niet vanzelfsprekend is. Bovendien is geduld nodig in de beginfase waarin veel initiatieven stranden, omdat de inspanningen dan nog niet opwegen tegen de resultaten. En samenwerking bestaat uit geven en nemen: soms moeten partijen een investering doen die ze zelf niet iets oplevert, maar het collectief wel. Als er geen bereidheid is om ‘boter bij de vis’ te doen, is samenwerking lastig.

Iedereen betrekken bij alles. Door verschillende belangen en werkwijzen kan samenwerking soms lastig zijn. De reflex is dan vaak om veel te gaan overleggen. En iedereen te betrekken bij alles. Op termijn kan samenwerking resulteren in bureaucratie en wrijving, omdat de inspanningen niet meer opwegen tegen de steeds beperktere resultaten. Dit is bijvoorbeeld vaak een probleem in Gemeenschappelijke Regelingen. Om een samenwerkingsverband te laten slagen hebben de vertegenwoordigers een mandaat nodig. Als er onvoldoende vertrouwen is om dat mandaat te verstrekken, is de samenwerking gedoemd te mislukken.

Geen exit strategie. Soms levert een samenwerking niet op wat er van gehoopt was. Dat is niet erg. De wereld kan veranderen. En zonder risico geen resultaat. Wij zien echter vaak dat partijen hun beperkte tijd steken in samenwerkingsverbanden die zonder resultaten doorsudderen. Omdat het stoppen kan leiden tot politiek lastige vragen. Of omdat partijen het vertrek van één van de partijen als falen beschouwen. ‘Gewoon maar doorgaan’ is de weg van de minste weerstand. Daarom is het belangrijk dat partijen met enige regelmaat eerlijk bespreken of ze nog verder willen. En of de juiste partijen nog wel aan tafel zitten. Stoppen is een optie.

Samenwerken is de belangrijkste competentie voor bedrijven en overheden voor de toekomst. Het verbeterpotentieel voor organisaties is enorm als er samen gewerkt wordt. Dat betekent echter niet dat samenwerking dé oplossing voor allés is.

[1] Marcel Noordhuis & Jack van der Veen, “Ketensamenwerking vraagt om fundamentele verandering in mindset”, Consultancy.nl, 10 januari 2017

 

Specialisten

Afbeelding
Boris Gooskens
Boris Gooskens
Meer weten?

Heb je interesse in mijn artikel Te veel samenwerking? of gerelateerde thema’s? Ik denk graag met je mee. Stuur mij een bericht!

1