Ode aan de matrix
“Het wordt toch geen matrixorganisatie he?” sprak een klant laatst angstig uit. Een bekende verzuchting van managers die zich Jan zonder Land voelde en van medewerkers die vanuit verschillende kanten tegenstrijdige opdrachten krijgen of niet meer weten wie hun leidinggevende is. Door dit soort ervaringen beginnen mensen te zuchten zodra ze horizontale én verticale pijlen zien wanneer ik weer eens een rommelig schetsje op een flipover maak.
De horizontale lijntjes heb je gewoon nodig. De matrix is er met een reden. Het doorbreken van de verkokering is één van de grootste opgaven voor organisaties. Zonder verbinding tussen de verschillende kokers is het risico dat de klant van het kastje naar de muur gestuurd, de burger verschillende brieven krijgt vanuit verschillende afdelingen, de activiteiten in een gebied niet op elkaar zijn afgestemd en de sturing op een organisatiebreed thema als duurzaamheid, innovatie of dienstverlening niet van de grond komt. In knutseltermen: als je knipt moet je ook plakken.
De matrix is niet het probleem. Het probleem is dat onvoldoende uit wordt gewerkt wie waarvan is. Of dat de gemaakte afspraken niet worden nagekomen. Een matrixorganisatie vraagt om meer rolvastheid dan een lijnorganisatie, want anders ontstaat chaos. Dat vraagt om (bij)sturing vanuit de directie. Het helpt om een hiërarchie aan te brengen, zodat duidelijk is wat de primaire sturingslijn is en wanneer de uitzondering van toepassing is. En het helpt om vooraf af te spreken wie de knoop doorhakt als er gedoe ontstaat op de kruispunten binnen de matrix.
Meer lezen over onze visie op besturing en inrichting?