Overslaan en naar de inhoud gaan
Artikel

De vakantie op LinkedIn

Een tijdje geleden tijdens een interim klus wees een collega-afdelingshoofd mij erop dat één van mijn beleidsmedewerker 'veel op externe sites zat'. Dat moest ik maar eens in de gaten houden. Ik dacht gelijk dat het om pornosites ging. Maar nee, het ging vooral om Linkedin, zo bleek.

Ik maakte mijn collega duidelijk dat de betreffende medewerker dat helder in zijn functioneringsgesprek met mij te horen had gekregen. Zijn vakgebied was volop in beweging en ik verbaasde me erover dat hij die ontwikkelingen niet in de betreffende, interessante LinkedIn groepen volgde, want daar stonden waardevolle zaken voor hem in. Daar kwam hij snel achter en hij was sindsdien enthousiast gebruiker. Tenslotte gebeurt alles wat er in een gemeente gebeurt ook op minstens 390 plaatsen elders. Dus wie alles zelf uitvindt, verspilt tijd, talent en belastinggeld.

Deze merkwaardige verhouding met sociale media van veel ambtenaren vind je ook terug in een paar opvallende ervaringsfeiten. Ambtenaren zitten, in tegenstelling tot de meeste mensen in andere branches, in veel gevallen met hun privé emailadres op LinkedIn. Alsof het Facebook is. Het is een professioneel netwerk waar je niet alleen jezelf, maar ook je gemeente vertegenwoordigt.

De bijbehorende jolige vakantiefoto’s van vooral mensen uit het openbaar bestuur maken het er vaak niet beter op. Leuk dat je een biertje drinkt in Barcelona, maar het voegt niets toe aan je profilering als beleidsmedewerker, teamleider of directeur. En voor jouw gemeente is het geen reclame.

Een ander raadsel is de tijdsspanne die zit tussen het versturen en de acceptatie van een uitnodiging op LinkedIn. Dat is meestal dezelfde dag, maar het schijnt op de een of andere manier iets te zijn dat nadere beleidsoverwegingen behoeft ten stadhuize. Of het ligt aan mij, kan ook. Maar ik hoor het ook van anderen: gelukkig is er ook op dit punt eerst reflectie alvorens te handelen in het ambtelijk bestuurlijk domein.

Zelf heb ik een eenvoudige (beleids …)regel, die een antwoord in enige seconden mogelijk maakt en mij of mijn mailbox dus niet verder belast. Ik link alleen met mensen die ik ontmoet heb. Ken ik iemand die mij uitnodigt niet, dan stuur ik bij een verzoek een mailtje met de vraag 'waar we elkaar van kennen'. Levert soms ook leuke contacten en wederzijdse mogelijkheden op.

Overigens is dat een merkwaardig principieel standpunt, dat idee van mij. Social media experts zeggen dat kwantiteit voor kwaliteit gaat. Een collega heeft een boek geschreven en schaalde binnen een paar maanden op naar het maximum van 30.000 contacten. Dat helpt.

Een beetje extravert zijn, helpt daarbij ook. Dat hoeft gelukkig niet elke ambtenaar te zijn. Hoewel sommige gemeenten daar cursussen in geven. Tot, in het geval van de gemeente Amsterdam, aan workshops kledingadviezen toe omdat 'voor veel Amsterdamse ambtenaren uitsluitend warmte-isolatie de leidraad is bij de gang naar de klerenkast ’s morgens'.

Dat professionele sites als LinkedIn een wezenlijk onderdeel zijn van de professionalisering van het openbaar bestuur en niet te vergeten van de aard van de hedendaagse publiekscontacten, is al jaren een feit. Dat moet in de eigen profilering van een ambtenaar wel zichtbaar zijn. Dus laat zien waar jij en jouw gemeente voor staan. En houd de komende tijd je vakantiefoto’s in T-shirt of zwembroek voor jezelf of als je daar behoefte aan hebt voor Facebook. Tenzij je met een zwembroek met het gemeentelogo op het strand loopt te pronken natuurlijk.

Specialisten

Afbeelding
 Erwin van de Pol
Erwin van de Pol
Meer weten?

Heb je interesse in mijn artikel De vakantie op LinkedIn of gerelateerde thema’s? Ik denk graag met je mee. Stuur mij een bericht!

1