Het had mijn opa kunnen zijn
Rijnconsult associé Jordi de Vreede nam een kijkje in het sociaal domein en zag het belang van eenvoudig organiseren.
In sommige mensenlevens verzamelt zich veel verdriet. De man waar ik vandaag samen met een consulent te gast ben, laten we hem Theo noemen, heeft zo’n leven. Hij moet ergens boven de 80 zijn en is in een complex voor ouderen beland. Niet in de woonomgeving waar hij is opgegroeid en waar hij zijn netwerk heeft, maar op een plek meer dan honderd kilometer verderop. Iets met dichtbij familie zijn, maar met die familie is er nauwelijks contact. Daar bovenop kampt hij met gezondheidsproblemen en is er gedoe met geld.
We zijn er niet voor niets. Tenminste, de consulent is er niet voor niets. Meneer wil in ieder geval graag wat meer aanspraak. En de consulent kan hem wegwijs maken in de mogelijkheden. Zij werkt voor een organisatie die mensen zoals Theo op weg helpt en probeert de kwaliteit van leven te verbeteren, hoe lastig dat soms ook is. Haar hulp blijkt hard nodig. Want die dagbesteding is een activiteit die vanuit de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) gefinancierd wordt en meneer heeft een WLZ-indicatie (Wet Langdurige Zorg). Systeemwereld en leefwereld botsen op elkaar.
We gaan uit elkaar met de afspraak dat de consulent probeert om een goede plek te vinden voor Theo. Ik neem afscheid en dank hem voor het inkijkje in het “sociaal domein”. In de dagen erna blijft Theo in mijn hoofd zitten. Want eenvoudig organiseren, dat blijkt zo eenvoudig nog niet.