Blue Zones – Gezond oud worden kan prima zonder zorgsysteem

Enkele jaren geleden is het concept van de Blue Zone opgekomen. Regio’s in de wereld waar mensen substantieel veel ouder worden tot een gemiddelde van 90 – 100 jaar zonder medicijnen of invaliditeit. Dit heeft ook veel regio’s in Nederland geïnspireerd, net als zorginstellingen en -verzekeraars en diverse werkgevers voor hun HRM-beleid. Wij gingen op onderzoek uit in Aritzo (Sardinië), de dichtstbijzijnde Blue Zone, om van de bron te leren. Meest cynische conclusie: langer leven ligt aan van alles, maar niet aan het formele zorgsysteem of (overheids)beleid. Maar er zijn meer lessen te leren. In het kader presenteren we de feitelijke achtergrond. Hieronder verwoorden we vooral onze eigen ervaringen en lessen.  

Wat is een Blue Zone?

Zo’n 20 jaar geleden is op basis van onderzoek van onder andere Dan Buettner het principe van de Blue Zone ontdekt. Regio’s waar mensen 10 – 20 jaar ouder worden dan elders. Te vinden in Japan (Okinawa), Californië (Loma Linda), Costa Rica (Nicoya), Griekenland (Ikaria) en Italië (Sardinië). In onderstaande illustratie zijn de factoren opgenomen voor drie van deze zones die bepalend bleken voor ‘longevity’ – zoals extra lange levensduur wordt genoemd.

blue zone

De theorie is vrij simpel – de factoren zoals hierboven opgenomen bepalen de langere levensduur. Deze theorie is in Nederland door diverse organisaties overgenomen als gedachte om de regio anders in te richten, een zorginstelling zodanig vorm te geven dat een helende omgeving ontstaat, om als zorgverzekeraar een boodschap te geven aan verzekerden.

Voor meer informatie over het concept is de documentaire Down to Earth (Netflix) interessant, net als de TEDx talk van Dan Buettner over dit onderwerp.

Liefhebben als basis voor een lang en gezond leven

Na een flinke rit arriveren we in Aritzo, een dorpje in de bergen van Sardinië. Het hart van de blue zone. Een plek die redelijk geïsoleerd ligt en door de hoogteverschillen een natuurlijke work-out organiseert. Alleen al een bezoekje aan de buren is een stevig klimmetje. Spiritualiteit vindt men hier in het Katholieke geloof. We worden met warmte ontvangen en krijgen een korte rondleiding door de straatjes van Aritzo. We ervaren een gemeenschap waar men naar elkaar omkijkt, mensen voor elkaar stoppen om een praatje te maken en iedereen ons op zijn minst even toeknikt. Mensen zien elkaar, letterlijk. Ons favoriete lid bij de familie waar we binnen kwamen was Nonna, de oma in het gezelschap die niet de biologische oma was maar wel die positie kreeg. Er werd veel gelachen, maar ook onderling gecorrigeerd – niet betuttelend, maar we registreerden wel een heuse tik op de vingers toen nonna naar de verkeerde pastavulling greep. We maken en eten met elkaar puur voedsel en drinken één glas wijn. Tijdens het eten vertelt nonna dat ze iedere dag gemotiveerd opstaat om in het groentetuintje te werken, pasta te maken, mensen te ontmoeten en als volwaardig mens mee te doen. We ervaren daarmee vooral dat liefhebben de basis is voor een gezond leven.

Aritzo

Wat nemen we mee naar huis?

Op de terugweg filosoferen we met elkaar over wat we hier nu van mee kunnen nemen naar huis? Sowieso zitten er lessen in voor onszelf privé thuis. Sommige dingen kunnen we moeilijk importeren: het klimaat is voorlopig nog anders in Nederland, net als de kwaliteit van de lucht. De geïsoleerde ligging van Aritzo staat in schril contrast met ons druk bevolkte land. Maar wat hebben we wel:

  • Gemeenschapszin – het lijkt niet zo, maar als je beter kijkt, dan zie je toch ook het noaberschap in het oosten van het land, maar ook vergelijkbare communities in de Jordaan in Amsterdam.
  • Gezond voedsel in de regio – het is anders dan fava bonen en hoog Polyfenol wijnen – maar met appels, spruitjes en volkoren granen moeten we een eind kunnen komen.
  • Krachtige vrouwen zoals onze nonna? Die zijn er zeker. We hebben er in ieder geval twee uit ons team in de auto terug naar Cagliari.
  • De fysieke activiteit is gedeeltelijk uit ons normale patroon geslopen en moeten we compenseren met sportscholen en andere zaken. Maar we zijn ook een fietsland.

We hebben ook een zorgsysteem dat ons als individu en gemeenschap de zorgen snel uit handen neemt. We zijn daar zelfs een beetje te veel afhankelijk van geworden. We hebben talrijke schotten gebouwd waardoor elementaire vormen van preventie weinig tot wasdom komen. En we hebben een overheid die het moeilijk vindt om een actief anti-rook beleid te voeren, de auto tot heilige koe blijft verheffen en een plantaardig dieet op straffe van tractoren op de A28 en omgekeerde vlaggen niet durft te promoten. En ook dat de ontkerkelijking grote delen in Nederland een feit is, maar niet door een ander spiritueel baken is vervangen.

Lessen voor beleidsmakers & praktijk: niets repareren als het niet stuk is

Meest fascinerend blijft echter dat juist het ontbreken van formele zorg (-instellingen en systemen) de rode draad lijkt te zijn in wat we leren uit de blue zones. Dat is best cynisch te constateren. Wat betekent dit voor Nederland?  

  • Voor de landelijke beleidsmakers nemen we een boodschap mee: ga niks repareren als het niet kapot is. Natuurlijke processen en patronen (zoals het noaberschap) zijn er en iedere vorm van beleid kan het natuurlijke proces doorkruisen. Stimuleer dat wat er gebeurt in de gemeenschap vooral door niks te doen. En probeer vooral niet de gemeenschapszin in te passen in beleidsmatige logica en protocollen.
  • Voor zorginstellingen nemen we de boodschap mee dat het dieet echt een aandachtspunt is. Maar vooral dat het de kunst is natuurlijke processen in de gemeenschap te ondersteunen en vooral niet over te nemen.
  • Regionale bestuurders kunnen de les meenemen dat niet alleen een economisch en ecologisch belang centraal moet staan, maar dat vanuit het perspectief van gezondheid er soms andere keuzen moeten worden gemaakt.
  • Voor werkgevers: de blue zone is geen heilige graal voor gezonde arbeidsverhoudingen. Uiteraard wel relevante lessen voor het menu in het bedrijfsrestaurant, het bewegen op natuurlijke manier te stimuleren (trap in plaats van lift, staand vergaderen, enz.) en niet te vergeten dat gemeenschap ook op de werkvloer een rol speelt.
  • Voor medewerkers valt de les te trekken dat vertrouwen dat iemand het zelf kan een goede basis is. Een oogje in het zeil houden is iets anders dan overnemen. Daarnaast zijn nonna’s en nonno’s mensen met een heel leven in zich en hebben daarmee meer rollen in het leven vervuld dan enkel ‘oud zijn’. Daar ook oog voor hebben is belangrijk, aandacht voor de hele persoon. Die parallel is door te trekken de organisatie in. Zonder het onnodig ingewikkeld te maken met elkaar: als iets je dwars zit, dan wordt dat uitgesproken, waarna de lucht geklaard is en er weer gelachen kan worden.